Kelder van de Blancs - Moussis
De Romaanse kelder of de kelder van de Blancs-Moussis werd opgericht in 1782. Het hele gebouw dat de "Contorie" (de kantoren van het bestuur van de abdij en het prinsdom) zou huisvesten, werd in 1787 voltooid. Het gebruik van deze kelder is onbekend; het bakstenen gewelf geeft een buitengewone stempel aan de ruimte, maar het lijkt ouder dan het in werkelijkheid is.
In 1959, in een zoektocht naar een zaal voor de organisatie van de Laetare-feesten, ging de zeer jonge en uiterst dynamische Confrérie des Blancs-Moussis de uitdaging aan om wat in de loop der tijd een gemeenschappelijke opslagruimte was geworden, om te vormen tot een ruimte met een eigen feestelijke inslag. Er moesten tonnen puin worden verwijderd en het jaar daarop moest de vloer van aangestampte aarde worden bedekt met schistvloeren uit de looierskuipen van een naburige vleugel (de zogenaamde Belgacomvleugel). Inderdaad, deze vleugel was omgevormd tot een leerlooierij nadat ze de appartementen van de prinselijke abt had gehuisvest.
In de kelder van de Blancs-Moussis worden vandaag de ereleden, de vrienden van het Festival, in het kader van een ‘après - concert’ verwelkomd.