Sinds kerken hun deuren openstellen voor concerten, vonden kleine dorpen en steden er een podium voor het inrichten van concerten met grotere ensembles voor een talrijker publiek.
Voorheen, niettegenstaande Stavelot toen reeds over enkele feestzalen beschikte, kon de stad geen grote ensembles programmeren. Dit verklaart waarom Octave Micha, vader van Raymond, zich richtte op kamermuziek toen hij in 1916 zijn eerste concertreeks lanceerde. Deze reeks droeg zijn naam tot aan de oprichting van het Festival in 1957. Aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog vonden reeds meer dan 60 “Concerts Micha” plaats. Daarbij kon Octave keer op keer rekenen op de waardevolle en belangeloze medewerking van vooraanstaande musici die, als teken van blijk voor dit sympathieke en edelmoedige initiatief, het beste van zichzelf gaven. Onder hen bevonden zich vermaarde vertolkers uit Luik, Verviers en Spa, alsook vrienden die, zoals Joseph Jongen, Jean Rogister of Léon Van Hout, in de omgeving een buitenverblijf bezaten. Octave Micha besteedde een speciale aandacht aan werken van eigen bodem. Verder programmeerde hij de grote klassiekers van het genre, maar ook composities van tijdgenoten die vandaag behoren tot het grote kamermuziekrepertoire. Zo kon men toen reeds in Stavelot luisteren naar de strijkkwartetten van Maurice Ravel en Claude Debussy, met de eminente altviolist Léon Van Hout van het vermaarde Ysaye Kwartet !
In 1939, lanceert Octave Micha met enkele trouwe vrienden het vioolconcours Prix François Prume, ter nagedachtenis van deze grote violist uit Stavelot, gestorven in 1849. François Prume maakt deel uit van het toenmalige kransje vioolvirtuozen (beluister een fragment) – hij speelde met Liszt et Mendelssohn – die de beruchte Belgische vioolschool op de wereldkaart plaatsten. Met glans gewonnen door Athur Grumiaux, werd het concours ontwricht door de oorlogsverklaring.
De vrienden rondom Octave lieten zich echter niet ontmoedigen en bogen zich al gauw over nieuwe initiatieven. Op voordracht van Octave Micha beslisten ze over de oprichting van een kunstencentrum dat ze, in het zog van de vioolwedstrijd, de naam Kring François Prume meegaven. Deze omhelsde initieel de “Concerts Micha”. Al snel werd de werking uitgebreid met tentoonstellingen, voordrachten en muziek- en tekenopleidingen. De nieuwe vereniging zag het moeizaam verworven materiaal helaas opgaan in de vernielingen aangericht door het Ardennenoffensief in december 1944. De artistieke projecten moesten even plaats ruimen voor andere pijnlijke bekommernissen. De Kring zal nog maar sporadisch de kop opsteken voordat Octave Micha de draad weer oppikt na de oorlog tot aan zijn dood in 1956.
Raymond Micha herinnert zich deze periode in deze bewoordingen : “In 1931 wandelde ik met mijn vader langs een van zijn geliefkoosde paden toen hij me met een vaste stem sprak over zijn overtuiging dat de sonates en kwartetten ooit zouden weerklingen in de zalen van de stad, omdat kamermuziek altijd zijn plaats zal vinden in het prachtige kader van onze oude abdij die een feestelijke festivalsfeer uitstraalt !”
En vandaag, zoveel jaren later, klinkt de muziek als nooit voorheen in het hart van de oude abdij. Deze muziek, die Octaaf Micha bijna honderd jaar geleden voorbehield aan zijn trouw maar bescheiden lokaal publiek, weerklinkt vandaar doorheen de stemmen en instrumenten van de grootste Belgische en buitenlands vertolkers voor een alsmaar talrijker publiek, in het kader van een festival met een internationale uitstraling.
Bleef de artistieke activiteit op een laag pitje in de onmiddellijke naoorlogse jaren, wakkerde het culturele leven opnieuw aan met de organisatie van de tweede uitgave van het vioolconcours Prijs François Prume in 1949. Na Arthur Grumiaux in 1939 won deze keer Marcel Debot. Werd de eerste uitgave in 1939 overschaduwd door de oorlogssfeer, genoot deze tweede editie alle aandacht van een talrijk opgekomen publiek, zowel uit België als uit het buitenland. De pers- en de radio-aandacht hiep mee de reputatie van Stavelot als cultuurstad te vestigen. Het concours zal nog een keer ingericht worden, in 1951. In dat jaar ging André Cauvin met de hoofdprijs aan de haal.
Het was ter nagedachtenis van Octave Micha, overleden in 1956, dat zijn naasten hun vriend en inspirator wilde eren met een ontroerende Muzikale Week in de oude abdij in de zomer van 1957. Zijn zoon, Raymond Micha, kon daarbij rekenen op de ervaring van zijn goede vriend en toeverlaat Marcel Hastir, directeur van het cultuurhuis « L’Atelier » in Brussel, met wie hij, voor het eerst in Stavelot, een reeks van 7 aansluitende avondconcerten voorstelde. Het is aan het slot van deze Muzikale Week dat de oprichting van het Festival van Stavelot officieel werd aangekondigd.
Het Festival zag het levenslicht onder een goed gesternte : een uitzonderlijk kader en een hechte en trouwe ploeg kameraden die reeds heel wat ervaring hadden opgedaan met het organiseren van concerten. Alle ingrediënten waren aanwezig om een nieuwe bladzijde te schrijven in de reeds rijke muzikale geschiedenis van Stavelot…
De oprichting, in 1971, van het Festival van Wallonië, gaf een bijkomend elan aan het Festival. Deze koepelorganisatie verenigt de belangrijkste muziekfestivals in heel Wallonië, waaronder het Festival van Luik en Sint-Hubert, opgericht in hetzelfde jaar dan het Festival van Stavelot.